Hoe maak je een sequel voor misschien wel de grootste game van dat moment? Nintendo besloot destijds in Japan dat als iets geliefd is je niet te veel moet gaan lopen klooien. Ze brachten een tweede deel op de markt met in essentie dezelfde graphics en mogelijkheden, en hier en daar wat nieuwe snufjes. De game was daarnaast ook vrij pittig. Misschien wel te pittig voor de westerse gamers, zo dacht men bij Nintendo. “Geen nood!” riep de immer blije Shigeru Miyamoto. Hij had nog wel iets liggen. Zijn collega Kensuke Tanabe had namelijk met hem samengewerkt aan een andere platform game…
“Het is even wennen als je de eerste Mario Bros. in de vingers hebt.”
Super Mario Bros. 2 is compleet anders dan zijn Japanse tegenhanger, het is namelijk een character-swap met de bestaande game Yume Kōjō: Dokidoki Panic. Even een andere verhaallijn… Mario & vrienden in het spel… en presto! Destijds had Tanabe een soort verticale klim-platformer bedacht. Miyamoto voegde iets meer horizontale Mario elementen aan de gameplay toe. Dokidoki Panic was dus al hevig geïnspireerd door Mario, het kon net zo goed een Mario game worden.
Op een nacht heeft Mario een vreemde droom waarin hij een deur opent naar een andere wereld vol met nog vreemdere wezens en landen. Geen Mushroom Kingdom met Bowser dit keer dus, maar een compleet nieuwe wereld met eigen inwoners en regels. De volgende dag stuiten Mario, Luigi, Toad en de prinses op een geheimzinnige grot die leidt naar de wereld van Mario’s droom. Subcon, het land van dromen, is dankzij de boosaardige kikker Wart vervloekt. Het is dus aan Mario en om iedereen weer eens te redden. De game bestaat uit zeven werelden en 20 levels… Aan de slag dus.
Voordat je begint kan je kiezen uit vier personages, elk met eigen voor en nadelen. Mario is een goede allround, Luigi springt hoger, Prinses kan zweven en Toad is een sterk ventje. In plaats van bovenop wezens springen om ze te verslaan moet je nu projectielen uit de grond trekken, bonusvoorwerpen vinden en kan je door op een tegenstander te landen deze ongelukkige optillen en als projectiel gebruiken. Het is even wennen als je de eerste Mario Bros. in de vingers hebt. Gelukkig voor mij was dit de eerste keer dat ik echt los kon op een NES, en dus was dit eigenlijk mijn eerste echte Mario ervaring.
Laat het maar aan Nintendo over om weer een enorm mooie en verzorgde game vol geheimen, fratsen en wonderlijke tegenstanders uit te brengen. Alleen al door de presentatie was ik als kind machteloos. De game had me in zijn greep. En hoewel de wereld afwijkend was zijn er genoeg wezentjes die we vandaag de dag nog herkennen zoals Shy Guy, Bob-ombs en Birdo. Daarnaast is het een aardige vondst om vier karakters met verschillende mogelijkheden in het spel te hebben. Als je als Toad speelt heb je toch een andere ervaring in vergelijk met Luigi. Ik koos vaak voor Luigi of Princess omdat ik hoger springen of extra zweven een handig voordeel vond.
Conclusie:
Veel mensen betwisten of het hier om een echte Mario game gaat. De gameplay en sommige karakters zijn nogal afwijkend van de eerste titel. Dat is iets dat Nintendo in die tijd wel vaker deed. Zelda II: The Adventure of Link had ook een totaal andere opzet dan het succesvolle eerste deel. Nintendo was dus niet bang om te experimenteren. Wellicht is het mijn nostalgische blik, of het feit dat ik me destijds zo liet inpakken door de kleurige wereld, maar het blijft één van mijn favoriete Mario titels ooit. Voor iedereen die zijn tanden in een lekkere platformer wil zetten een absolute aanrader.
Geef als eerste een reactie