In de begintijden van videogames was het allemaal een beetje te vergelijken met een speeltuin, iedereen probeerde maar wat en het was allemaal nog relatief onschuldig. Al snel zouden Atari en Nintendo om zich heen gaan meppen om al te gemakkelijk jatwerk tegen te gaan. Philips kreeg een rechtszaak aan de broek voor Happelaar (Munchkin, een Pac-Man kloon), en Nintendo kreeg het aan de stok met een filmstudio omdat Donkey Kong toch wel erg op King Kong leek. Desondanks waren er veel derderangs uitgeverijen die goedkope klonen van bekendere uitgevers uitgaven. Boom Bang is daar een goed voorbeeld van, een schaamteloze kopie van Activisions Crackpots.
“Een gemiddeld spel kon zo tussen de 30 en 70 gulden kosten. Als jong jochie had ik dat geld vaak niet, en op de onderste planken stonden vaak de goedkopere alternatieven.”
Crackpots was een leuk spelletje van Activision programmeur Dan Kitchen. Hier moest je jouw tuintje en gebouw beschermen tegen ongedierte dat naar boven klom en door het raam naar binnen wilde gaan. Dit deed je door plantenpotten op ze te smijten. Bij Boom Bang doe je exact hetzelfde. De aanstormende spinachtige wezentjes hebben drie aanvalspatronen. De minst lastige kruipen gewoon rechtstreeks naar boven. Daarnaast zijn er rotbeestjes die schuin over je scherm kruipen, en om het helemaal lastig te maken zijn er ook nog beestjes die al zigzaggend naar je toe proberen te komen. Ergens heeft het spelidee wel iets van Tempest, maar dan simpeler. Boom Bang en Crackpots zijn dus qua spelidee EXACT hetzelfde.
Het verschil zit hem in de uitvoering. Crackpots speelt vlot, ziet er kleurig uit, en de bloempotjes zijn als zodanig herkenbaar. Boom Bang ziet er wat saaier uit, de bloempotten zijn eigenlijk niet meer dan saaie blokjes, en het mannetje dat je bestuurt ziet er ook een stuk simpeler uit. Daarbij speelt het spel net iets stroperiger. Midden jaren ’80 kocht ik de meeste van mijn Atari spellen gewoon bij de lokale Bart Smit. Een gemiddeld spel kon zo tussen de 30 en 70 gulden kosten. Als jong jochie had ik dat geld vaak niet, en op de onderste planken stonden vaak de goedkopere alternatieven. Onbekende uitgevers met speldoosjes die soms verkeerde screenshots en informatie verschaften. Geen idee wie de echte uitgever achter Boom Bang is. Vaak waren dit uitgevers die de oude inventaris van andere groothandels en uitgevers hadden opgekocht, haastig een nieuwe sticker en een doosje op een cartridge plakten en de boel snel doorverkochten. Zoals ik aan het begin al zei, het was een andere tijd. En zo kon het gebeuren dat ik deze game voor 20 euro kocht. Het was destijds samen met Sea Quest en Nicky Wanders de eerste Atari game die ik bezat.
Conclusie
Hoe slecht is deze game? Als kloon is het enigszins geslaagd, ik zie veel retrosites waar Crackpots en Boom Bang door elkaar gehaald worden. De stroperigheid van Boom Bang viel destijds nog niet zo op, ik had het vlottere Crackpots tenslotte nog niet gespeeld. Als klein kind heb ik me hier nog best een tijdje mee kunnen vermaken omdat het doel van het spel snel duidelijk is, en de moeilijkheidsgraad bouwt zich rustig op. Kom je deze game een keer voor een euro of twee tegen in een retrowinkel of op Ebay, dan is het wellicht aardig voor je verzameling. Maar als je moet kiezen tussen deze goedkope kopie of the real thing, kies dan gewoon voor Crackpots. (Alleen al om de suggestieve naam)
Geef als eerste een reactie