Black (PS2, XBox)

Na vier Burnout games besloot ontwikkelaar Criterion in 2006 dat het tijd werd voor wat anders, iets heel anders. De topontwikkelaar van Electronic Arts besloot zich te storten op een first person shooter: Black. Destijds zag ik deze game voor het eerst bij een flinke perspresentatie (type kosten nog moeite). Als EA en Criterion toen zo hard geloofden in een game, dan moet het toch wel wat worden… right?

“De houdbaarheid is dan ook het grootste probleem van Black. De game is een hele lekkere rit in een achtbaan en vermaakt dan ook van begin tot eind. Maar dat eind heb je in een uur of zeven wel bereikt.”

Het spel stopt je in de huid van ene Keller; een Black Ops-soldaat. Tussen de missies door zie je cutscenes waarin Keller in een rokerige, louche ruimte is geboeid en wordt ondervraagd wordt over de missies die hij de afgelopen dagen heeft uitgevoerd. De missies zijn flashbacks; Keller vertelt wat hij de afgelopen dagen precies heeft uitgespookt. Het is meteen duidelijk dat het zaakje stinkt en hoewel het verhaal een aardig staartje heeft, boeit het niet echt en is het eigenlijk niet relevant voor de game. De game draait om één ding en dat is actie, een hele hoop snelle actie.

De dames en heren bij Criterion weten bijzonder goed hoe ze de adrenaline door de aderen van de gamer moet laten spuiten. Er is geen enkele racegame die je zo belachelijk snel door het verkeer laat manoeuvreren als Burnout. Wat dat betreft lijkt Black zeker op Criterion’s paradepaardje; je zit maar weinig stil in Black, voortdurend schiet je op alles wat beweegt en wordt jouw zogenaamd veilige schuilplaats regelmatig helemaal weggeschoten. In Black kan er namelijk een hele hoop kapot, van sommige muren tot alle ramen. Van vaten tot grote vrachtwagens. Niet de hele omgeving kan kapot, ik ben er ook van overtuigd dat dat nog niet haalbaar is op deze generatie consoles, maar er valt erg veel te slopen. Regelmatig verander je een vrij nette omgeving in een echt oorlogsgebied. Ontploffingen zijn soms overal om je heen en een hoop vliegt in de hens.

Toen ik op EA World destijds een preview-presentatie bijwoonde over deze game, werd er door de ietwat aangeschoten programmeur van Criterion benadrukt dat de game ook draait om je eigen creativiteit. Staat er iemand onder een uithangbord, dan kan je dat ding op zijn hoofd laten vallen, staat er iemand achter een auto, dan kan je de banden lek schieten, en vervolgens het zichtbaar geworden hoofd trakteren op een kogel. Je kan ook de deuren eruit schieten en de auto degraderen tot een vergiet. Of je kan natuurlijk de auto laten ontploffen. Ook is het mogelijk in de game om iemand uit te schakelen door kogels via de muur te laten ketsen. Bij die presentatie kwamen er flitsende teksten in beeld als je iemand creatief van kant maakte, dat is er om de één of andere reden helemaal uitgehaald. Op geen enkele manier word je beloond voor creatief gedrag, dus ga je altijd voor de makkelijkste en snelste manier. De game was langer houdbaar geweest als er wat meer een Burnout-tintje aan had gezeten, dat je punten krijgt voor de manier waarop je iemand afmaakt.

De houdbaarheid is dan ook het grootste probleem van Black. De game is een hele lekkere rit in een achtbaan en vermaakt dan ook van begin tot eind. Maar dat eind heb je in een uur of zeven wel bereikt. Dat lijkt tegenwoordig normaal te zijn bij first person shooters, maar dan verwacht ik op zijn minst een multiplayer, en die ontbreekt. De game leent zich perfect voor een goede multiplayer, maar Criterion heeft besloten zich alleen te focussen op de veel te korte singleplayer. In de game wordt nog geprobeerd de missies te verlengen door zeer onzinnige secondary objectives. Die komen altijd neer op het kapotmaken van laptops, het oppakken van blueprints en posters en meer van dit. Je moet een aantal van deze secondary objectives volbrengen om verder te mogen, gelukkig kom je ze meestal toch wel tegen, en vernietig je af en toe per ongeluk wel iets. Deze objectives zijn helemaal niet op hun plaats, waarom staat een belangrijke laptop in godsnaam ergens in een verlaten hutje in de jungle? (In een huurauto, dat zou ik me toch kunnen voorstellen, maar een hutje?) Het is zo duidelijk dat ze later zijn toegevoegd als krampachtige poging de game wat dieper te maken.

Als we dan toch aan het zeuren zijn, kan ik het net zo goed meteen maar even hebben over de AI van je tegenstanders. Deze gastjes zijn namelijk wel echt traag als dikke stront. Ze snappen er niets van, regelmatig rennen ze tijdens een gevecht vlak langs je om op zoek te gaan naar een plek om te schuilen. Vaak blijven ze heen en weer lopen tussen twee vaste plekken, dus hoef je maar op één plek te mikken en dan te wachten tot ze weer recht in je vizier gaan staan. Criterion heeft dit een beetje opgevangen door je tegenstanders verschrikkelijk taai te maken. Als je op hun lichaam schiet ben je echt lang bezig, het altijd moeilijke headshot doet zijn werk echter zeer goed en lost een probleem met één kogel op. Niet alleen zijn je tegenstanders bijzonder taai, ook zijn het er bijzonder veel; na zeven uur gamen heb ik er meer dan 3000 van het leven beroofd, dat is best een nette score.

Nou heb ik al vele alinea’s op deze game lopen zeiken en dat wil ik eigenlijk helemaal niet. Black is geweldig! De game is snel, speelt heerlijk, het afvuren van de vele wapens verschillende wapens is een genot. De game ziet er prachtig uit en de muziek en het geluid zijn fenomenaal. Ik heb destijds de volle zeven uur lang met een grijns van moordlustige waanzin op mijn bank gezeten. Deze game was een unieke console-ervaring voor mij, net zoals Burnout dat eigenlijk ook is. Alleen… voelde ik daarna nooit echt de noodzaak om Black nog een keer in mijn eentje uit te spelen. Ik zou zo graag het spel in co-op spelen; samen met een vriend de maniak uithangen. Black was zo goed, maar had nog zoveel meer potentie.

Conclusie
Black laat je zitten met een dubbel gevoel, de game doet veel goed en weinig echt fout. Slechte AI kan ik een game vergeven, een beetje slowdown af en toe ook wel, maar het spel in zeven uur uitspelen en geen zin hebben om het weer op te pakken is voor mij onvergeeflijk. Het is zoveel beter dan vele andere spellen, maar om er destijds 60 euro aan uit te geven? Daarvoor was het toch echt te kort. Daarom is het een voordeel dat PS2 en XBox games tegenwoordig voor een habbekrats te vinden zijn. Black is typisch zo’n game die me liet verlangen naar een opvolger. Eentje met een deathmatch en co-opmode, met een diepgaand, spannend verhaal. Eentje die me een dikke vette bonus geeft als ik iemand uitschakel door een container op zijn hoofd te laten vallen. Eentje die je in minimaal 12 uur uitspeelt om meteen opnieuw te willen beginnen. Bah, ik wil meer Black! Zo’n heerlijke game, maar met nog zo veel meer potentie. Die sequel werd uiteindelijk (in spirituele zin) Codemaster’s Bodycount, waar veel mensen van Black aan hadden meegewerkt.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.