ID-Software en John Romero hadden natuurlijk hun grote doorbraak met Wolfenstein 3D. Deze game zette de First Person shooter op de kaart en zorgde voor een ware revolutie in de gameswereld. Vandaag, bijna 30 jaar later, regeren shooters nog steeds de markt. Maar Wolfenstein mag dan wel de opa van het genre zijn, er is maar één daddy, en dat is Doom. Niet voor niets werden andere shooters nog jarenlang Doomklonen genoemd. Wat maakte deze game zo goed?
“Toen we de eerste levels van Doom destijds als shareware ontvingen wisten we gelijk dat we hier naar next level gaming zaten te kijken.”
De Union Aerospace Corporation heeft geëxperimenteerd met teleportatietechnologie op de manen Phobos en Deimos van Mars. Na de eerste successen gaat er toch iets gruwelijk iets mis. Het lijkt erop dat de wetenschappers een poort rechtstreeks naar de diepste krochten van de hel hebben geopend. De Phobos-basis wordt overspoeld met demonische wezens en heel Deimos wordt weggevaagd. Een team mariniers arriveert op Phobos om de situatie in kaart te brengen, maar op één na worden ze allemaal snel afgeslacht. Het is aan de overlevende marinier (Doom Guy) om zich een pad door de basis te schieten in de hoop het vege lijf te redden.
Toen we de eerste levels van Doom destijds als shareware ontvingen wisten we gelijk dat we hier naar next level gaming zaten te kijken. De graphics waren grauw, smerig en een behoorlijke stap voorwaarts ten opzichte van voorganger Wolfenstein. Maar wat me direct greep was de heerlijke rockmuziek. Zodra die door de boxen schalt weet je dat het menens is. De opzet van de game is eigenlijk simpel: elk level moet je de uitgang zien te vinden. Aanvankelijk is dat een duidelijk pad met onderweg wat agressieve demonen als tegenstander. Maar al snel moet je ook schakelaars of sleutels vinden en gebruiken voor je weer een stukje verder kan. Je begint met beperkte wapens en munitie, maar onderweg pik je betere wapens op en kan je je wonden likken door verbanddozen en andere power-ups op te pikken.
De wapens zijn ook een stuk toffer: ik haalde destijds veel genoegen uit het gebruik van de kettingzaag of het dubbelloops jachtgeweer. Verder zijn er ook plasmakanonnen en rocketlaunchers, maar de kroon op je arsenaal is natuurlijk de BFG9000. De meeste gamers weten inmiddels wel waar BFG voor staat. Net zoals de meeste gamers ook de codes IDDQD en IDKFA wel kennen. Elk wapen heeft zo zijn voor en nadelen. De één richt een hoop schade aan maar is in een kleine ruimte niet handig, de andere is betrouwbaar over grote afstanden, al spelende leer je deze voor en nadelen ontdekken. Het levert weer een stukje subtiele gameplay op die Doom boven zijn voorgangers uit tilt.
Doom heeft op één punt iets weg van Space Invaders: het fatalistische gevoel dat jij de laatste verdediging vormt tegen schier eindeloze hordes van tegenstanders. De gameplay is niet aflatend en intens. Wat dat betreft vatte het coverplaatje de actie prima samen. Elke keer als je denkt dat je even een adempauze hebt duikt er weer een nieuw gruwelijk monster op uit het duister. Naar mate je verder komt ontdek je steeds meer nare en imposante wezens. Meerdere malen zonk de moed me in de schoenen en was ik geïmponeerd door de tegenstand.
Conclusie:
Nadat we door de sharewareversie heen waren geknald moesten we natuurlijk de volledige versie hebben. En we waren niet de enige. Doom veroverde de gamerswereld nog radicaler dan Wolfenstein had gedaan. Extra cd-tjes vol editors, nieuwe levels, uitbreidingen en grafische foefjes stroomden de winkels binnen. Urenlang heb ik lopen pielen om destijds mijn huis na te maken in Doom (nou ja, een grauwe, nachtmerrieachtige versie ervan). Doom is voor velen de essentiële game van de jaren ’90 en vond zijn weg naar vele andere systemen. Heb je nog nooit een potje Doom gespeeld, dan mag je jezelf eigenlijk bijna geen retrogamer noemen.
Geef als eerste een reactie