Men beweert vaak dat de Atari VCS 2600 game E.T. de slechtste game aller tijden is, en verantwoordelijk voor de videogame crash van 1983. Daar valt wat voor te zeggen, de overgeproduceerde cartridge was het schoolvoorbeeld van een haastklus waarbij kwantiteit voor kwaliteit ging. Maar Ik wil de met beschuldigende vinger toch liever naar een andere verdachte wijzen: de Atari variant van de wereldberoemde arcadegame Pac-Man.
“Het feit dat Atari deze matige game gewoon op de markt gooide als the real thing deed het vertrouwen van de consument geen goed.”
Pac-Man, happer van beroep, hoeft eigenlijk bijna geen nadere introductie. In doolhoven, opgejaagd door spookjes, hapt hij er al jaren lustig op los. De kleine pillen moeten allemaal worden opgegeten voor je naar het volgende level mag, de grotere pillen draaien de rollen in deze game om: nu mag je tijdelijk op de spoken jagen. Het concept is al bijna net zo oud als de weg naar Rome. En al die jaren speel ik het spel met veel plezier. Of het nou om CD-Man gaat op de PC, of Oh Shit! op de MSX, heel veel varianten zijn me even lief. Maar Pac-Man is ook verantwoordelijk voor mijn grootste game-teleurstelling: de Atari VCS 2600 variant.
Om nou te zeggen dat Pac-Man een haastklus was is onzin. Programmeur Tod Frye kreeg een dikke zes maanden om de arcadeklassieker goed om te zetten. Tijd was niet de grootste uitdaging, de hardware wel. De Atari was midden 1981 inmiddels al een zeer gelimiteerde machine. De arcadekast van Namco was in 1980 3x sneller dan de spelcomputer. Creatieve programmeurs haalden vaak de meest ingenieuze programmeer-fratsen uit om er nog wat van te maken als ze een spel moeste omzetten. Daarbij koos Atari ervoor om de game uit te brengen op een 4k cartridge in plaats van de duurdere 8k Cartridge. Dit maakte de klus voor Frye extra lastig.
Een windows-icoontje neemt tegenwoordig veel meer ruimte in dan een gemiddelde Atari-game. Dat het programmeurs lukte om met die zeer beperkte ruimte enkele heerlijke games af te leveren is dus een wonder op zich. Maar in 1981 was de situatie aan het veranderen. Atari werd langzaamaan steeds arroganter. De gedachte was dat ze letterlijk alles konden uitbrengen, en de consument zou het wel kopen. Sommige programmeurs hadden uit onvrede Atari al verlaten. Er kwam steeds meer troep op een inmiddels redelijk verzadigde markt. Het was voor consumenten best lastig om er achter te komen wat een goede game was, er waren nog geen websites, en zelfs tijdschriften over games waren beperkt. Maar een grote naam als Pac-Man zou toch garant moeten staan voor veel speelplezier?
Toen de game eenmaal uitkwam konden veel consumenten hun ogen nauwelijks geloven. Het spel zag er blokkerig uit. De spookjes flikkerden onrustig, en Pac-Man kon alleen maar naar voren en naar achteren kijken. De variatie in de levels was beperkt, en de game leek eerder op een goedkope rip-off dan echt op Pac-Man. Niet alleen werden de beperkte mogelijkheden van de Atari pijnlijk duidelijk: het feit dat Atari deze matige game gewoon op de markt gooide als the real thing deed het vertrouwen van de consument geen goed. Atari zelf had overigens hoge verwachtingen, en produceerde meer Cartridges dan dat er consoles waren verkocht. Dit om te anticiperen op het feit dat de game de vraag naar Atari’s toe zou laten nemen. De consument was echter zodanig teleurgesteld dat velen hun geld terug wilden. Atari bleef zo met een enorm overschot zitten. Ironisch als je bedenkt dat het nog steeds de meest verkochte 2600 game ooit is.
Conclusie
Nu ik het jaren later voor deze review nog eens speelde moet ik Frye een klein complimentje geven. Als je je over de grafische weergave heen kan zetten, dan is deze Pac-Man nog best behoorlijk speelbaar. Dat voorkomt dat ik de game de allerlaagste rating geef. Heb je de beschikking over Ms. Pac-Man (ook voor de 2600), dan is er geen twijfel welke variant superieur is. Door de jaren heen hebben hobbyisten laten zien dat met creatief programmeren en een 8k cartridge een betere variant mogelijk was geweest. Pac-Man symboliseert voor mij het begin van het einde voor de VCS2600, geen moment is er door Atari aan kwaliteit gedacht.
Be the first to comment