Mijn eerste liefde: de Commodore VIC-20

In het begin van de jaren 80 stond de homecomputer nog in de kinderschoenen. Commodore had net een paar leuke systemen op de markt gezet. En toen was daar ineens de VIC-20. Dit was de grote voorloper van de Commodore 64, en is door het enorme succes van de C64 eigenlijk een beetje in de vergetelheid gekraakt. Ten onrechte!

“Met het boek op schoot leerde ik de eerste stapjes van programmeren in basic.”

Ik was een jaar of 5 toen ik van mijn buurman zijn oude computer cadeau kreeg. Bij het systeem zat een gammele transformator, wat kabels, een tapedeck en heel veel cassettes. In mijn dorp was ik de eerste met een computer (we schrijven hier 1982), en daardoor was ik tijdelijk de populairste jongen van de klas (ook jongens die me de dag daarvoor nog met veel zorg in elkaar stompten wilden nu ineens komen spelen). Nadat ik met mijn stiefvader had lopen uitvogelen hoe dat ding moest worden aangesloten kon het feest beginnen.

De eerste cassette bevatte VIC Fruit (een gokkast), VIC 21-en (het kaartspel), Rhino (een ontwijk spelletje) en VIC Space (een soort ruimte schietspel). Verder zaten er nog wat vage programmeer grapjes op, zoals een miauwende kat, een kleurendemonstratie en een mislukte poging tot het maken van een piano. VIC Fruit was nog wel aardig, maar van de rest werd ik als vijfjarige niet echt vrolijk.

Gelukkig stond op de tweede cassette een spelletje dat rijtest heette. Hier moest de speler een stipje al sturende op een bochtig circuit houden, daarbij obstakels en stoepranden vermijdend. Dit klinkt allemaal niet heel spectaculair, maar in 1982 vond ik het allemaal heel spannend. Verder stond op dezelfde cassette nog VIC Boss, een schaakprogramma waar ik later (1985) nog wel lol mee had.

Heel veel spectaculairs stond er eigenlijk niet op de cassettes van mijn buurman, dus besloot ik zelf maar aan de slag te gaan. Ik was bijna 6, en met het boek op schoot leerde ik de eerste stapjes van programmeren in basic. Eigenlijk was het allemaal niet zo bijzonder. Met wat eenvoudige opdrachten wist ik een animatie te maken van een opstijgend raketje. Elke keer als het raketje opsteeg maakte de computer een >tjoep!< geluidje. Voor mij was dat toen heel wat.

Uiteindelijk heb ik best aardig leren programmeren op de VIC20. Ik maakte zelf Adventure games, had het rijtest spel gekraakt zodat je nog sneller kon, en de baan meer kleurtjes kreeg. Inmiddels was het 1986, en een ander schoolvriendje had inmiddels van zijn vader een MSX gekregen. De gouden tijden van de VIC-20 waren inmiddels lang en breed voorbij.

Doordat de Commodore 64 nu echt op stoom kwam leek de verkoop van de VIC-20 gedoemd tot dalende cijfers. De VIC-20 was echter vrij goedkoop in vergelijking met de grote broer, en daardoor hield hij nog een jaartje dapper stand. Toen tenslotte de C64 met dalende prijzen en spectaculaire programma’s op de proppen kwam was het gauw uit met de VIC-20. Later kreeg mijn jeugdliefde via internet een tweede leven voor veel fans, en leerde ik dat veel spelen die op de Atari waren uitgekomen ook ‘gekloond’ waren voor de VIC-20. Had ik dat toen maar geweten…

Inmiddels ziet de VIC-20 er behoorlijk gedateerd uit. Veel mensen zien hem dan ook het mislukte stiefbroertje van de C64. Dat is onredelijk. Veel beters was er niet voorhanden in die tijd, en de liefhebber moest het er maar meer doen. Ouderwets programmeren en avonden naar print-uitdraaien staren om te kijken waar die ene programmeerfout zat, dat waren nog eens tijden!

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.