Clay Fighter (Mega Drive, SNES)

In het begin van de 90’s was ik nog een middelbare scholier, en nieuwe games kopen was voor mij best problematisch. Een nieuw spel koste al snel meer dan 100 gulden, en dat was nogal een uitgave voor me. Als mijn beste vriend Randy en ik naar Assen fietsten zochten we meestal een buitenkansje, een wat oudere game in de aanbieding. Liefst eentje waar we in Hoog Spel en Power Unlimited ooit goede dingen over hadden gehoord, of een titel die ons in elk geval wat zei. Clay Fighter lachte me vanuit de boedelbak voor veertig gulden toe, dus ik ging tot aanschaf over.

“Vechtspelen waren door Street Fighter en Mortal Kombat op dat moment het heersende genre, en Clay Fighter probeerde een leuke parodie te zijn.”

Clay Fighter is een 2D-vechtgame waarin de personages, zoals de naam al doet vermoeden, volledig uit klei zijn gemaakt. Dit zorgt voor interessante bewegingen en en weirde special moves. Verwacht geen serieuze vechters, je kan kiezen uit Bad Mr. Frosty, een sneeuwpop; Taffy, een soort rekbaar snoepje; Blob, een personage dat in verschillende vormen kan veranderen; Blue Suede Goo, een Elvis wannabe; Ickybod Clay, een weirdo met een pompoenkop; Helga, een operazangeres; en Bonkers, een gestoorde clown. Zoals te doen gebruikelijk in dit genre heeft ieder personage zijn eigen moves, voordelen en nadelen. Vechtspelen waren door Street Fighter en Mortal Kombat op dat moment het heersende genre, en Clay Fighter probeerde een leuke parodie te zijn.

Na een fietstocht van 13 km heen, spel kopen en 13 km terug hadden Randy en ik wel zin in een potje matten. Dus Clay Fighter in de Mega Drive, en we gingen ervoor zitten. Het verhaaltje is simpel genoeg, alle wezentjes willen knokken om zich koning van het circus te mogen noemen. Je kan kiezen uit een toernooideelname of versus mode. In het scherm waar je je vechter kan kiezen leer je ook wat over de in’s en outs van de deelnemers. De biografietjes stellen niet veel voor, maar zijn wel een poging tot flauwe humor. Randy en ik kozen allebei een kleiventje en zaten er klaar voor…

En toen… viel deze game gigantisch door de mand. Ik was allang blij het rete-irritante menumuziekje achter me te kunnen laten, maar het vechtgedeelte was niet veel beter. De poppetjes zagen er nog wel redelijk uit, maar zelden zag ik zo’n slechte animatie. Het leek steeds of de vechters een halve seconde later reageerden op de knoppen dan de bedoeling was. Als ik sprong kreeg ik het gevoel dat ik nog half aan de grond bleef kleven, wellicht omdat de figuren van klei zijn? Ik zweefde een stukje naar voren en kwam ook veel te prompt weer naar beneden. Ik begon voorzichtig van binnen te huilen. Had ik hier anderhalf uur voor heen en weer gefietst en veertig gulden voor gedokt?

Conclusie:
Na een paar potjes vechten was het pijnlijk duidelijk: ik had een gigantische kat in de zak gekocht. En niet zo maar een kat in de zak: dit stinkende, vieze mormel scheet en piste over mijn Mega Drive heen dat het een lieve lust was. Zelden was ik zo teleurgesteld in een aankoop. Getergd trok ik de cartridge uit de Mega Drive en smeet ‘m in een hoekje. Randy lachte me genadeloos uit. Snel speelden we een potje Mortal Kombat II om de vieze smaak weg te spoelen. Er zijn vast slechtere games te vinden dan Clay Fighter, maar voor mij was dit zonder twijfel één van de meest dramatische game-ervaringen ooit. Heel volwassen refereerde ik nog jaren naar deze game als Shit Fighter.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.